Ga naar de inhoud

Marco van Zuijlen

schrijver

Menu
  • Het nieuwste verhaal van Marco van Zuijlen!
  • Maria deel 2
  • Boeken
    • De onvergetelijke kus
    • Maria
    • Blind & Liefde
    • Het gezicht achter het gedicht: Mandy
  • Korte verhalen
    • Liefde, trouw en zorg
    • Angst en Haat
    • Warm Gevoel
    • De wereld verandert
    • De erfenis
    • HEMA
    • Welkom
    • Glad ijs
  • Nieuws
  • Contact
Menu

Maria deel 2

Maria: Een avontuurlijke vlucht naar huis

Het tweede deel van Maria is al een tijdje klaar, maar door twijfel is dit vervolg nog steeds niet in boekvorm verkrijgbaar. Het is een verhaal van ruim 300 bladzijden. Voor een derde deel heb ik ideeën genoeg. Maar wanneer stopt een verhaal? Een verhaal schrijven is al een grote klus. Daarna volgt er een lange tijd dat iedereen eraan moet werken om het in boekvorm te krijgen. Als je niet bekend bent als schrijver komt hier ook nog een prijskaartje aan te hangen. Wat je ervoor terug krijgt is een beetje roem van de boekvloggers op Instagram. Complimenten voor wat zij doen. Sommige doen erg hun best om iemand op een voetstuk te zetten. Gelukkig voor hen en pech voor de schrijver, de volgende dag staat er alweer iemand anders in de belangstelling. Hoever moet je dan gaan om je boek in de picture te houden?  Iedere handeling die ik als onbekende schrijver moet doen kost tijd en geld. De opbrengst is te verwaarlozen. Daarom kiezen sommige schrijvers ervoor om nieuwe verhalen in zijn geheel op hun site te zetten. Gewoon je creaties delen met de wereld. Daarom deel ik hoofdstuk één alvast met jullie. Kan ik nog eventjes nadenken over wat ik ga doen met het spannende avontuur van Maria. Misschien dat iemand of iets me nog kan overhalen tot publicatie.

Achterflap tekst

Maria

Een avontuurlijke vlucht naar huis

Na een jaar als slaaf geleefd te hebben bij de Vikingen zetten de zusjes, Maria en Anna, samen met hun hond Murphy de eerste stap naar vrijheid. Maria weet donders goed dat hen een lange en gevaarlijke voettocht te wachten staat. Het is nu haar taak en verantwoordelijkheid om Anna veilig thuis te brengen. Maar al snel volgt de ene tegenslag na de andere. Het zijn niet alleen de rovers en oplichters die een gevaar zijn. Tijdens deze reis is ook de natuur een geduchte tegenstander die niet altijd meewerkt. Wie is er eigenlijk te vertrouwen? Hoe verder de reis vordert, hoe meer tegenstand er komt. Steeds vaker stelt Maria zichzelf de vraag of opgeven en de veiligheid opzoeken bij de Vikingen geen betere optie is dan deze barre tocht.                      

Het moeras

Ondanks dat Maria wist dat deze dag een keer zou komen, voelde het toch als een telleurstelling dat de boot van Thor door de wind heel snel afstand nam. Maar zolang de boot in het zicht was bleef ze toch een klein beetje hoop houden dat hij de boot zou draaien om weer terug te keren. Nadat de horizon haar hoop had opgeslokt, keerde Maria de zee de rug toe om naar Anna te kijken. De vlinders in haar buik hadden plaats gemaakt voor zenuwen, misschien omdat ze nu op zichzelf waren aangewezen om een lange tocht te maken. Toch was er iets wat haar weer opbeurde, het feit bevrijd te zijn van Norah. Maar deze blijdschap was alweer snel verdwenen toen Maria wegdraaide van haar zusje om de situatie om haar heen in zich op te nemen. Duidelijk was te zien dat bijna de gehele omgeving onbegaanbaar was. Dit bracht een onzekerheid die ze niet wilde overbrengen op haar zusje. Anna stond nog steeds naast haar met de lijn van haar hond Murphy stevig in haar handen. Haar blik had iets van een overwinning. Murphy was nu van haar en de enige persoon die er aanspraak op had gemaakt was voorgoed uit haar leven verdwenen. Aan haar gehele houding kon je zien dat dit goed voelde en daarom was Anna voorlopig ook niet meer van plan deze lijn los te laten. Murphy was van haar en daar moest iedereen van afblijven. Zonder iets te zeggen begon Maria voorzichtig weg te lopen van de kust. Na enkele seconden kwam Anna al naast haar lopen. Van deze gelegenheid wilde Maria gebruik maken om een gesprek te beginnen over alle vervelende uitspraken van Anna richting Thor en ook over haar voorstel om naar Parijs te gaan. Maar de gehele houding van Anna deed haar zwijgen en daarom keek ze weer richting de binnenlanden om te zoeken naar een doorgang of een pad dat hen naar huis kon brengen.

Na een paar passen bleef Maria opeens staan. Het was al meteen duidelijk dat een doorgang vinden door dit bos een onmogelijke taak leek te zijn. Rechte dennenbomen stonden dicht tegen elkaar aan met de toppen ver richting de grauwe wolken. Daarvoor stonden vele jonge berken waarvan er verschillende door de zwaarte van de kruin ver doorbogen naar de bodem. Daartussen was het een grote chaos van ontwortelde bomen die overwoekerd werden door klimplanten. Hiertussen stonden struiken die iedere stap onmogelijk maakten. Door deze tegenvaller leek het beter om op zoek te gaan naar een alternatief. Na het afbuigen volgde Anna zonder commentaar te geven. Een mooi gekleurde fazant keek nieuwsgierig boven het gras uit richting de zusjes. Zonder zijn blik af te wenden deed hij een poging om er ongezien vandoor te gaan. Voor hij tussen de struiken kon verdwijnen, verraadden rondvliegende veren dat de steen uit de slinger hem vol had getroffen. Zonder iets te zeggen huppelde Anna, gevolgd door een nieuwsgierige Murphy, naar de plek waar hun avondeten moest liggen.

Tijdens het lopen viel het op dat het landschap veranderde. De bodem begon vochtig te worden en overal waren grote zwermen muggen die als donkere dreigende wolken boven de struiken hingen. Bomen die net nog mooie frisse bladeren hadden waren hier dood en dor. Op het iets hoger gelegen gedeelte groeiden struiken in overvloed. Dit zorgde ervoor dat de enige oplossing was om uit te wijken voor het water. Na een uur ploeteren bleef Maria zorgelijk stilstaan. Voorzichtig kwam haar rechtervoet omhoog die langzaam was weg gezakt in de drassige grond. Een paar passen voor haar was het bij Anna al niet veel beter. Net voor Anna weer een stap wilde doen begon ze plotseling te schreeuwen. Trillend ging een wijzende vinger richting het water waar een ringslang zich sierlijk tussen de planten door bewoog. Dit was niet waar iemand op doorreis op hoopte. Zover het zicht reikte stonden overal dode bomen die af en toe afgewisseld werden door struiken met hier en daar een grote rots ertussen. Op een korte afstand dook een visarend naar beneden. Achter de struiken was de plons in het water duidelijk te horen. Meteen vlogen brutale bonte kraaien uit een boom om te kijken of ze met zijn buit mochten meedelen.

‘Dit is geen gebied om doorheen te trekken Anna, dit is één groot moeras. Morgen gaan wij op zoek naar een doorgang,’ opperde Maria chagrijnig. ‘Wij gaan een droge slaapplaats zoeken om morgenvroeg op zoek te gaan naar een oplossing.’

Met een treurige blik lag Murphy met gekruiste voorpoten naar Anna te kijken die druk was om de fazant te plukken. Het liefst had hij meegeholpen, maar helaas was zijn lijn te kort. Ondertussen was Maria de omgeving aan het verkennen. Geheel onverwachts tilde Murphy zijn kop omhoog en spitste zijn oren. Alles aan zijn houding maakte duidelijk dat hij iets opving. Door dit gedrag stopte Anna met plukken, waarna ze een bezorgde vinger op de snuit van Murphy drukte om hem stil te houden. Heel vaag waren er verschillende stemmen te horen. Twee personen spraken op een luide toon met elkaar. Er was geen twijfel mogelijk, deze stemmen kwamen heel snel dichterbij. Zonder te aarzelen zorgde een gerichte trap ervoor dat het vuur doofde. Tegelijkertijd legde ze de fazant op een stam aan de linkerzijde neer, waarna ze wegdook naar rechts. Verscholen achter de rotsen kon Anna maar net voorkomen dat Murphy op sprong en ging blaffen. Met een harde klap liet ze Maria weten haar niet zo te laten schrikken, omdat ze plotseling tevoorschijn kwam. Zonder Anna aan te kijken gaf Maria haar zusje een klap terug. Meteen begon Anna zachtjes te mopperen, maar Maria besteedde hier geen aandacht aan. Uiterst voorzichtig kroop Maria langs de rotsen om te zoeken naar een geschikte plek vanwaar ze zicht had waar de stemmen vandaan kwamen. Op nog geen honderd passen afstand liepen drie jongens in een vlot tempo door het moeras heen. De oudste was ongeveer van Anna’s leeftijd en de jongste een jaar of zeven. In elke hand hield de kleinste een konijn vast dat met iedere stap meebewoog. Omdat geen van drieën om zich heen keek was het meteen duidelijk dat dit hun thuis was. De twee oudsten hielden een boog vast en spraken nog steeds op een luidruchtige manier met elkaar.

Door een snelle sprong van achter de rotsen stond Maria opeens voor hen. Voor iemand kon reageren prikte haar zwaard al richting de twee oudste jongens. Bij de kleinste was meteen een gil te horen waarna hij behendig bescherming achter de anderen zocht. De twee personen achter wie hij nu stond leken niet erg onder de indruk door het plotseling verschijnen van Maria. De oudste keek zelfs brutaal.

‘Wij hebben niets van waarde en zeker geen munten, dus als je ons wilt beroven kunnen wij je alleen de konijnen geven die onze jongste broer vast heeft.’ Nadat de oudste dit gezegd had kwam er een hand langs hem op met een konijn erin. Er verscheen een gênante glimlach op Maria’s gezicht gevolgd door een mompelend excuus. Met rode wangen borg ze het zwaard weer op. ‘Ik wil jullie niet beroven en al helemaal niet van jullie avondeten. Het enige wat ik wil, is een doorgang door het moeras. Als die aanwezig is hoeven we er niet helemaal omheen te lopen. Moet dat wel dan kost dat veel tijd die wij eigenlijk niet hebben.’ Zonder hier antwoord op te geven namen de twee oudste broers haar heel rustig op. Ondertussen bleef de jongste naar zijn konijnen kijken. Nadat de oudste broers een stap terug hadden gedaan en er een fluisterend overleg had plaatsgevonden volgde er opeens weer een stilte. Na een korte tijd volgde er weer een heel kort overleg waarin goedkeurend naar elkaar geknikt werd. ‘Je mag met ons meelopen,’ riep de oudste enthousiast. ‘Voor een kleine gift mag je ook mee eten.’ Met trots liet de kleinste de konijnen weer zien.

Na een wenk van Maria stapte Anna tussen de rotsen uit naar voren. ‘Dit is mijn zusje en wij gaan graag op jullie aanbod in,’ reageerde Maria opgelucht, nu het erop leek dat ze een oplossing voor het moeras gevonden hadden. De jongens knikten richting Anna, terwijl hun ogen vol bewondering naar Murphy gingen. ‘Dat is een mooie hond, willen jullie hem niet ruilen tegen eten?’ Na deze woorden hief de kleinste weer zijn hand omhoog met de konijnen. ‘Het enige wat wij willen is onze reis voortzetten en daar hebben wij deze hond bij nodig.’ Door vlug antwoord te geven kreeg Anna niet de mogelijkheid om fel te reageren.

Wat meteen opviel was dat het moeras onmetelijk groot was. Door al het vertrapte jonge groen was er een duidelijk pad dat de weg wees. Bij de meeste stappen was er een soppend geluid te horen om aan te geven dat alles uit water bestond. Diverse malen had Maria al naar de broers gekeken die in een stevig tempo voor haar liepen. Hun hele houding maakte duidelijk dat dit bekend terrein was. De kleinste had een paar keer nieuwsgierig omgekeken om daarna weer schuchter om te draaien naar zijn broers. Op wat gefluister na tussen de oudste broers was het akelig stil. Het viel op dat ze af en toe naar Murphy keken om daarna elkaar aan te kijken. Het was een houding die een beetje wantrouwen opriep bij Maria, maar waarschijnlijk verbeeldde ze zich alles maar. Nog voor ze met deze tocht waren begonnen, hadden de broers haar verteld dat het de bedoeling was om voor het donker bij hun dorp te zijn. De nacht doorbrengen in het moeras was gewoon te gevaarlijk. Maar doordat er vreemden meeliepen en ze hun tempo niet konden aanhouden was er een kans dat dit niet ging lukken. Het was Maria al meteen duidelijk dat je overal kon wegzakken. Als iedereen dan door zou lopen was er geen enkele kans dat iemand anders je kwam redden. Na deze uitleg had Maria respect gekregen voor deze omgeving en was ze de hulp van de jongen nog meer gaan waarderen. Nadat ze zich had omgedraaid naar Anna en haar een knipoog had gegeven moest ze zichzelf corrigeren om niet te vallen.

Opeens stak Lucas, de oudste van de drie broers, die voorop liep zijn hand omhoog. ‘Stop,’ riep hij hard, waarna hij zich omdraaide. ‘Wij stoppen, omdat ik eerst naar ons dorp loop om te vertellen dat wij gasten hebben. Als wij dit niet doen is de kans groot dat de dorpelingen jullie weigeren.’ ‘Dus wij moeten hier wachten totdat jullie terug zijn?’ vroeg Maria enigszins verbaasd. Lucas knikte. ‘Wij leven in een isolement en krijgen daarom nooit bezoek. Ons dorp zit niet te wachten op ziektes uit de buitenwereld. Dat is de reden dat ik eerst toestemming moet vragen voor dit bezoek. Anders zit er niets anders op dan dat jullie vóór het dorp, in de natuur, moeten overnachten. Het moeras is te groot om er vandaag nog doorheen te lopen.’ Twijfelend over dit verhaal draaide Maria zich om en nam ze de omgeving in zich op. Zonder zijn hulp waren ze hulpeloos in dit doolhof. Misschien was het daarom beter hen te vriend te houden. Ondanks haar wantrouwen stak ze toch haar duim omhoog en knikte ze naar hem dat ze alles had begrepen. Net op het moment dat de broers aanstalten wilden maken om te verdwijnen, greep Maria de middelste broer vast. ‘Oscar blijft hier. Jullie kunnen met zijn tweeën ook wel die boodschap overbrengen. Hij blijft hier, daar gaan wij geen discussie over voeren,’ herhaalde ze, omdat het leek dat Lucas het hier niet mee eens was. ‘Straks ziet iemand ons als indringers. Dan kan Oscar mooi vertellen dat wij hier op jullie uitnodiging zijn.’ Eerst leek het erop dat Lucas een weerwoord wilde geven. Maar na een korte stilte knikte hij dat het goed was. Zijn besluit gaf Maria wat rust, maar toch niet de rust waar ze op gehoopt had. De stilte van het laatste uur had haar onzeker gemaakt. Wantrouwen over iets wat ze niet kon thuis brengen. Of was het niets, omdat Lucas toch had ingestemd dat Oscar bij hen bleef.

‘Ellias en ik zullen naar ons dorp lopen om te vertellen dat wij gasten hebben, ruim voor de zon onder gaat zijn wij weer terug.’ Na deze woorden draaide Lucas zich om en verdween samen met zijn broer tussen de struiken die over het pad heen hingen. Met een vreemd gevoel bleef dit pad de aandacht van Maria vragen. Dit gebied en de houding van de broers in het laatste uur voelden gewoon niet goed. Wantrouwend ging haar blik naar Oscar die op een boomstam was gaan zitten. Met een nietszeggende blik was zijn vinger druk aan het wroeten in zijn neus. Uit ervaring wist Maria dat iemands houding niet vertelde wat er in zijn hoofd om ging. Sinds ze aan land waren gekomen had het niet echt meegezeten. Dit was gewoon balen. Ondertussen tilde ze haar voet op. Hierdoor constateerde ze dat iedere voetstap meteen volliep met water. Daarom was het niet te hopen dat hier een slaapplaats gezocht moest worden, want dan zou het een vochtige nacht worden. Met al deze zorgen zocht ze naar de zon die al ver naar het westen stond. Anna, die Maria’s onrust voelde, kwam zonder iets te zeggen naast haar staan. Na een korte tijd wilde ze een gesprek beginnen, maar Maria knikte nee. ‘Als je de oplossing hebt om hier weg te komen dan luister ik. In een ander gesprek heb ik geen zin.’

Tijdens het kijken naar Murphy, die druk was met een kikker, pakte Anna de hand van haar zus vast en volgden er een paar gerust makende kneepjes. ‘Sorry,’ zei Maria. Dit hele gedoe voelt gewoon niet goed. Ik krijg steeds meer het gevoel dat we beduveld worden door een paar kinderen.’ Ze wilde nog meer zeggen, maar werd onderbroken door de lompheid van Murphy die met een plons in het water belandde. Door snel ingrijpen van Anna kwam hij weer beduusd en nat op de kant. Ondanks dat de kikker nog steeds doorging met kwaken had Murphy geen interesse meer. Hoofdschuddend ging de blik van Maria naar de zon die al bijna aanstalten maakte om te verdwijnen.

‘Hoelang gaat dit nog duren zusje? Ik krijg nu echt het gevoel dat iemand ons bedondert.’ Zwaar geïrriteerd draaide Maria richting Oscar om hem dezelfde vraag te stellen. ‘Ik wist het Anna,’ schreeuwde Maria hard. ‘Ik voelde gewoon dat hun hele houding erop gericht was om ons een loer te draaien. Het mooiste is nog dat wij erin getrapt zijn. Ik weet zeker dat dit tuig terugkomt om ons munten af te troggelen.’ Vol gefrustreerde woede onderzocht ze de plek waar Oscar kortgeleden nog zat. ‘Wij moeten een slaapplaats zoeken voor de nacht Anna, want lopen in dit moeras in het donker lijkt mij geen goed idee.’

Na een grondige inspectie kwam er uiteindelijk een goedkeurend knikje van Maria richting haar zusje. De grond was droog en van de dode bomen die er overal stonden konden ze een mooi kampvuur maken. Nadat ze elkaar geholpen hadden om het kamp voor de aankomende nacht in te richten verdween Maria samen met Murphy om de omgeving te verkennen. Ondertussen kon Anna weer verder gaan om de fazant van zijn veren te ontdoen.

Na een tijdje kwam Maria weer terug in het kamp en liet zich met een teleurgesteld gezicht neer vallen naast het vuur. ‘Morgenvroeg gaan we een uitweg vinden, het is schemer en dan is lopen hier vragen om moeilijkheden,’ zei ze tegen Anna, omdat ze haar vragend bleef aankijken. ‘Misschien dat de jongens zich weer laten zien.’

Ondanks dat ze hier naar verlangde wist ze zeker dat de jongens onbetrouwbaar waren. En beslist geen meerwaarde tijdens deze reis. Maar een andere oplossing was er gewoon niet om dit moeras veilig door te lopen. 

Ondanks deze tegenslag kwam toch de rust een beetje terug. Het vuur gaf een lekkere warmte waardoor het pas echt tot hen doordrong dat dit een lange vermoeiende dag was geweest. Met uitgestoken handen richting het vuur keek Maria met volle tevredenheid naar Anna die druk met het eten bezig was. Na het eten kroop Murphy kwispelend tegen Maria aan. Tevreden knorrend legde hij zijn kop op haar schoot. Door zijn ontspannen gedrag begon Maria zijn rug te kriebelen. Ondanks dat het nu tegenzat voelde het vertrek uit Noorwegen nog steeds als bevrijdend. Geheel ontspannen bekeek ze de silhouetten van de dode bomen. Door de bewegende lichtjes was duidelijk te zien hoe druk de vuurvliegjes ronddartelden bij de grond. 

‘De broers hebben ons laten zitten Murphy, volgens mij denken ze dat wij stom zijn. Morgen zullen die belhamels wel terugkomen om ons tegen betaling de weg te wijzen. Morgenvroeg gaan wij zelf vroeg op pad naar de uitgang. Ik weet zeker dat wij die samen kunnen vinden!’ Nadenkend over haar foute inschatting keerde ze haar hoofd naar achteren. Het was volle maan en de gedachte dat haar ouders misschien nu ook naar de maan keken bezorgde haar een kleine glimlach. De maan die door de schittering in het water iets magisch had. In de zoektocht naar huis samen met de sterren een onmisbare factor. Misschien kon de maan hen ook wat bescherming bieden door op te lichten als er zicht nodig was in de duisternis. De toekomst zou het hen leren.

De vochtige nacht maakte dat dicht bij het vuur liggen het beste was, maar ondanks de warmte die het vuur gaf voelden de kleren toch klam. De gehele nacht hadden de kikkers in groten getale hard gekwaakt. Verderop hadden de eenden continu luidruchtig ruzie met elkaar gemaakt. Tastend gleden Maria’s vingers over de muggenbulten op haar gezicht. Haar hele houding straalde teleurstelling uit. Dit kwam vooral door de voortgang om thuis te komen. Na even rond gekeken te hebben stond Maria op om naar het pad te lopen waar Lucas waarschijnlijk was heengelopen. Het pad dat hen uit dit gebied moest brengen. Na een diepe zucht liep Maria het pad op om na enkele stappen de lijn van Murphy over te nemen. ‘Weet je al waar we heen moeten?’ was de vraag van Anna waarin veel twijfel school. ‘Het oosten Anna, daar moeten wij heen. Het is te hopen dat Murphy hun spoor oppikt om ons hieruit te krijgen.’

Het pad was door zijn overhangende struiken bijna onbegaanbaar. Dit frustreerde haar waardoor ze steeds binnensmonds aan het vloeken was. Anna die vlak achter haar stond hield wijselijk haar mond. Opeens was er door de struiken geen doorkomen meer aan. Hierdoor begon Maria harder te mopperen en bleef ze zoeken naar een oplossing. Ondertussen moest ze steeds haar voeten verzetten om wegzakken te voorkomen. In gedachten vervloekte ze de broers. Alles was hun schuld. Balend dat het onmogelijk leek om verder te lopen keek ze naar haar laarzen die weer in het water stonden. Haar gemoed begon onrustig te worden. Alles wat op een doorgang leek was na een aantal passen overwoekerd met struiken met daarachter water. Na verschillende keren in het water te zijn beland, leek het beter om terug te lopen en te zoeken naar een andere route. Ondanks verschillende commando’s bleef Murphy spelend en kwispelend meelopen.

‘Wij hebben iets over het hoofd gezien Anna, ergens moet een doorgang zijn waardoor zij verdwenen zijn.’ Al deze tegenslag maakte haar woedend. Ondertussen begon ze struiken aan de kant te duwen op zoek naar een doorgang. Maar ondanks alle inzet bleef deze onvindbaar. Alles wat op een pad leek bleek later toch dood te lopen.

Terug bij het beginpunt liet Maria zich teleurgesteld op een boomstam zakken. Voor haar bleef Anna staan zonder iets te zeggen. Na een kort oogcontact dwaalde de blik van Maria af naar het nog smeulende vuur. Ze wilde haar hoofd rust geven, maar telkens kwamen haar gedachten weer terug bij de broers. Er moest iets zijn wat ze over het hoofd zag. Het was onmogelijk dat de jongens ineens waren verdwenen. Of ze waren weg gevlogen. In zichzelf gekeerd begon ze zachtjes te vloeken om vervolgens weer te gaan staan. De hele situatie begon haar te irriteren. Ze wilde weer gaan schelden, maar bleef toch zwijgen om na een harde zucht zich om te draaien en naar het oosten te lopen.

Na een honderdtal passen hield het pad op. Nadat Maria een paar struiken aan de kant had geduwd begon er weer een pad. Maar deze liep na twintig passen dood. Nadenkend over wat ze moest doen, sloeg achter haar Anna opeens een kreet. Voor haar voeten rende een rat die aan de zijkant tussen de struiken verdween. Voor iemand kon reageren dook Murphy achter de rat aan. Door deze lompheid schoot de lijn uit Maria’s handen. In een reflex deed ze nog een poging om dit te voorkomen maar Maria was te laat. Blaffend verdween Murphy onder de struiken door uit het zicht. Omdat hij niet reageerde op zijn naam begon Maria bijna onverstaanbaar te mopperen. Nu zat er niets anders op dan zelf onder de struiken te kruipen en Murphy terug te halen.

Bestel het boek "Blind & Liefde" via deze link.

Bestel het boek "Maria" via deze link
Bestel de roman "De onvergetelijke kus" via deze link.
  • Facebook
  • Instagram
Privacyverklaring
© 2025 Marco van Zuijlen | Aangedreven door Minimalist Blog WordPress thema