Iedere schrijver die ook publiceert krijgt er mee te maken. Iemand die zijn mening geeft over je schrijfwerk. Een recensent die je plot verraad waardoor je het idee krijgt dat je je boek wel uit de handel kan halen. Of iemand die tijdens een interview opeens een tikkeltje vijandig wordt en je het gevoel geeft dat degene probeert je onderuit te halen. Een recensie waarvan jij je afvraagt of de persoon het verhaal wel heeft begrepen. Zwijgen is het beste, maar als dat niet je aard is. Dan wil je je mening ook spuwen, want diegene doet het toch ook. Of het verstandig is weet ik niet, want als diegene jouw lelijke woorden tentoonspreidt op alle socialmediakanalen kan dat wel eens je ondergang worden. Of het dat waard is mag iedereen voor zichzelf invullen.
Als je onder de rook van Arnhem opgroeit krijg je er ieder jaar weer mee te maken, ‘de airborne.’ Een operatie aan het einde van de tweede wereld oorlog om Arnhem en omgeving te bevrijden. Jammer genoeg verliep het niet volgens plan en zijn er daardoor veel slachtoffers gevallen. Bij de herdenking komen veteranen van overal naar de stad om deze slag te herdenken. Door de leeftijd worden het er ieder jaar minder. Maar de oorlogsveteranen die nog wel kunnen komen dragen met respect hun eremedailles. Meestal in rijen onder elkaar. Af en toe vertellen ze hun oorlogsverhaal, maar ik heb altijd het idee dat ze veel verhalen ver wegstoppen. Droevige verhalen die ze meenemen het graf in. Gelukkig heeft iedereen die iets van deze geschiedenis weet veel respect voor deze helden. Mannen en vrouwen die heel ver zijn gegaan voor onze vrijheid.
Zelf heb ik acht jaar in het leger gezeten en ben ik gelukkig geen veteraan, want een oorlog situatie meemaken is zeker geen pretje. Helaas zijn er ieder jaar weer personen die zich graag als veteraan uitgeven maar zelfs nooit in het leger hebben gezeten. Respectloze personen die met een paar gekochte medailles willen pronken. Ze moeten zich schamen!
Maar als we eens naar onze eigen veteranen gaan kijken. Ten eerste vind ik het een groep die zich ver verheven voelt boven de niet veteraan. Alles doet in besloten clubjes. Maar buiten dit, wie van deze groep heeft daadwerkelijk in een oorlogssituatie gezeten. Dan wordt de groep echte veteranen opeens een heel stuk kleiner. Soldaten die ver van het front een functie hadden zijn in mijn ogen geen veteraan. Maar vertel ze dat maar eens. Want niemand durft hierover te praten. Want je begeeft je echt op glad ijs. Want een generaal die gul is met medailles heeft altijd tevreden soldaten.
Misschien omdat ze bang zijn door de mand te vallen, doen ze alles achter gesloten deuren. Degene die heeft gediend en de dood van heel dichtbij heeft gezien was liever thuis gekomen met leuke herinneringen. Verhalen die je hele leven door je gedachten blijven spoken en uiteindelijk je leven gaan beheersen zijn in niemands leven een meerwaarde. Dan kan je dat goedkope stukje staal met een lintje gestolen worden.
Iedere dag lees en hoor ik weer over de milieudemonstraties. Snelwegen worden geblokkeerd door personen die van alles scanderen. Net als veel Nederlanders stel ik me zelf steeds weer de vraag, ‘moet niemand werken?’ De activisten eisen een schonere wereld. Subsidies moeten worden stopgezet. Fossiele brandstoffen moeten worden verboden. Sommige van die mensen zijn professionele demonstranten. Hun auto wordt netjes een paar wijken verderop geparkeerd. Hoe de verf geproduceerd is waar ze gebouwen of monumenten mee besmeuren weten ze niet. Ook komt het niet door, hoeveel water en chemische goedjes er nodig zijn om alles weer te reinigen. Als ze daarna met hun auto, die op fossiele brandstof rijdt, weer met een tevreden gevoel aansluiten in een file die ze zelf gecreëerd hebben voelen ze zich een held. Niet beseffend dat de stratenvegers van de gemeente nog een tijdje druk zijn om hun rotzooi op te ruimen die ze hebben achtergelaten. Hoeveel extra stikstof ze die dag door hun actie in de lucht hebben gegooid. Ze zijn een beetje de elektrische rijders onder ons. Denken dat je de wereld redt. Iets wat je een goed gevoel geeft omdat je toch een beetje hypocriet bent.
Ondertussen dat een groep mensen bezig is om te demonstreren, de wereld beter te maken, rijd ik nog steeds met mijn fossiele verbrandingsmotor naar het werk. Met mijn grote truck die graag een liter diesel lust breng ik van alles en nog wat naar verre bestemmingen. Waarom ik dit doe? Omdat de wereld graag spullen van ver weg koopt. Misschien ook wel de producten die de demonstranten gebruiken. Maar daar heeft niemand het over. Onderweg probeer ik mijn afval zoveel mogelijk te scheiden. Als ik thuis ben en geniet van het park waar wij aan wonen, ruim ik altijd de rotzooi die anderen laten slingeren op. Vaak krijg ik een verbaasde blik als ik met zwerfafval naar een prullenbak loop. Volgens mijn mening zijn dit dezelfde personen als de demonstranten. Er komt weinig uit hun handen en daarom laten we troep opruimen aan anderen over. Dit voelt een beetje als iemand die mij vertelt dat ik stom ben omdat ik niet weet wat er in het coronavaccin zit dat ik heb gekregen. Maar tijdens deze bewering steekt die persoon dan wel een sigaret op. Maar ja, waarschijnlijk bevind ik me met deze uitspraken ook weer op glad ijs.
Marco van Zuijlen