Ga naar de inhoud

Marco van Zuijlen

schrijver

Menu
  • Het nieuwste verhaal van Marco van Zuijlen!
  • Maria deel 2
  • Boeken
    • De onvergetelijke kus
    • Maria
    • Blind & Liefde
    • Het gezicht achter het gedicht: Mandy
  • Korte verhalen
    • Liefde, trouw en zorg
    • Angst en Haat
    • Warm Gevoel
    • De wereld verandert
    • De erfenis
    • HEMA
    • Welkom
    • Glad ijs
  • Nieuws
  • Contact
Menu

Angst en Haat

Na een ingetogen goedemorgen neem ik plaats in de wachtkamer van de dokter. Na enkele seconden gaat mijn aandacht naar een klein meisje dat haar eigen wereld beleeft in de minuscule speelhoek. Opeens schrik ik op omdat een stem bij de balie me doet opkijken. Het is mijn vader en hij is het duidelijk ergens niet mee eens. Vroeger boezemde zijn stem angst in maar dat is in de loop der jaren overgegaan naar haat. De assistent sommeert hem plaats te nemen in de wachtkamer. ‘Er komt vanzelf iemand u halen,’ roept ze hem na. Zonder iets te zeggen tegen de wachtenden neemt hij plaats. Na wat gemopper begint hij een klaag gesprek met de vrouw die naast hem zit. Onbewust blijf ik naar hem kijken om na een minuut terug te draaien naar het meisje in de speelhoek. De leeftijd van het spelende meisje brengt mij in gedachten terug naar vroeger.

Mijn zus en ik zijn aan het spelen in de woonkamer tot opeens geschreeuw vanuit de keuken ons doet opschrikken. Onze ouders hebben voor de zoveelste keer ruzie. Het schreeuwen blijft doorgaan totdat mijn vader onze moeder slaat. Om aan zijn geweld te ontkomen smijt ze de deur naar de gang open om naar boven te vluchten. Mijn zus en ik kijken elkaar aan en besluiten om de woonkamer te verruilen voor onze veilige slaapkamer.

Halverwege de trap worden we tegengehouden door onze moeder. Ze schreeuwt dat we weer naar beneden moeten. Door dit geschreeuw vliegt de keukendeur open en doet onze vader een stap de trap op. Hierdoor willen we verder naar boven lopen maar onze moeder duwt ons terug. Om de een of andere reden mogen we niet naar onze kamer. Onze vader doet weer een stap op de trap waardoor mijn zus en ik tegen elkaar kruipen. Er volgen bedreigingen van beneden naar boven. Telkens schreeuwt hij dat wij ook moeten verdwijnen uit zijn leven. Als bange honden zitten twee kinderen tegen elkaar aangekropen. Het geschreeuw duurt nog een half uur tot onze vader de kelder induikt om te pakken waar alle ruzies om draaien, bier. Nadat hij weer in de keuken is verdwenen is opeens de weg naar boven vrij. Zo snel als we kunnen glippen mijn zus en ik ieder onze slaapkamer binnen. Met een verhoogde hartslag ga ik op mijn bed liggen. Ik luister naar de geluiden om me heen omdat ik uit ervaring weet dat dit gevecht nog niet is afgelopen. Onze moeder komt uit haar bed en opent mijn deur. Ik zie maar de helft van haar gezicht als ze vertelt dat we naar beneden mogen om verder te spelen. Maar ik ben bang en wil niet beneden spelen. Onze vader zal er alles aan doen om ons weer naar onze slaapkamers te jagen. Alleen al omdat hij dan vrij spel heeft met zijn drankprobleem. Nadat mijn moeder tegen mijn zus hetzelfde heeft verteld loopt ze de trap af. Mijn hele lichaam staat op scherp als ze de keukendeur opent. Ze schreeuwt dat wij recht hebben om beneden te zijn. Onze vader reageert hierop door van alles tegen haar aan te gooien. Er volgt een handgemeen waarna onze moeder weer naar boven verdwijnt.

Uren verstrijken waarin het stil is in huis. Ik ben een boek gaan lezen totdat ik besluit naar de slaapkamer van mijn moeder te lopen. Ik vertel haar dat ik honger heb en vraag wat we doen met het eten. Een hand bedekt haar gezicht als ze vertelt dat ons eten over de keukenvloer verspreid ligt. Er ligt nog brood in de vriezer, als ik echt honger heb moet ik dat maar pakken. Als ik wegloop draai ik me nog een keer om. Voor mijn moeder haar gezicht weer kan bedekken zie ik de beurs geslagen plekken al. Zonder eten verdwijn ik weer in mijn slaapkamer en ga verder waar ik goed in ben. Stil zijn en lezen.

Het is al laat in de avond als ik opeens wakker schrik. Onze vader stommelt dronken de trap op en opent hun slaapkamerdeur. Het is stil tot het moment dat hij in bed stapt. Uit het niets volgt er gescheld waarin hij steeds schreeuwt dat wij moeten oprotten. Duidelijk hoor ik dat er weer geweld gebruikt wordt. Met twee voeten schopt hij mijn moeder letterlijk uit bed. Er wordt gescholden en na tien minuten verdwijnt mijn moeder naar beneden om een mes te halen. Dreigend komt ze weer boven. Ze wil hem ombrengen. Ons verlossen van alle ellende. Maar ondanks de drank weet hij buiten het bereik van het lemmet te blijven. Een uur later is het weer rustig en verdwijnt mijn vader weer in zijn slaapkamer. Mijn moeder kiest ervoor om bij mijn zus in bed te kruipen. Hierdoor begint mijn zus te mopperen omdat ze haar eenpersoonsbed moet delen. Er ontstaat een scheldpartij in het kleine bed. Daarna volgt een klap waarna mijn zus op te vloer terecht komt. Uit ervaring weet ik dat dit haar slaapplek voor de rest van de nacht is. Ik wil haar helpen, maar ik durf niet.

Na minuten gemopper is er weer stilte. Als ik weer ga liggen komt mijn wens weer in me op. Ik hoop dat hij sterft deze nacht, zodat we morgen een leven krijgen zonder angst. Dat we weer een moeder hebben die zonder mishandeld of vernederd te worden kan doen waar ze goed in is. Ons aankijken met ogen waar alleen maar liefde uitstraalt. Nooit meer sorry zeggen tegen haar kinderen omdat ze net zo bang is. Wetend dat je er altijd alleen voor staat omdat haar noodoproep naar de buitenwereld wel werd opgevangen maar niemand er wat mee deed. Hoe duidelijk die ook was. Tijdens onze vluchtpogingen telkens teruggedreven worden in de armen van een tiran die alleen maar liefde heeft voor drank. Ik haat niet alleen hem, maar ook iedereen die telkens de ogen sloot.

Onze moeder is al lang geleden gestorven. Een hartstilstand in de nacht. Zoals gewoonlijk was hij er niet voor haar om hulp te bieden. Mijn zus hopt van instelling naar instelling. Het verleden is haar te veel geworden. Met mezelf gaat het goed, tenminste dat maak ik mezelf wijs. Altijd is er wel een moment waardoor ik aan de hel van vroeger moet denken. Jaren terug heb ik contact gezocht met mijn vader voor een verzoeningsgesprek. Iemand vergeven moest rust geven. Tijdens dit gesprek ontkende hij alles stellig. Voor mijn vertrek fluisterde hij me wel in dat ik moest zwijgen naar de buitenwereld. Ja, dan valt er ook niets te vergeven.

Ik draai vanaf het spelende meisje weer naar mijn vader. Er verschijnt een arts in de deur opening die hem komt halen. Tijdens het weglopen uit de wachtkamer blijf ik hem volgen. Ik stel mezelf de vraag wanneer mijn haat voor deze man verdwijnt. Is het de dag dat hij sterft of op de dag dat ik sterf? Jammer genoeg weet ik hier het antwoord al op.

Marco van Zuijlen

Bestel het boek "Blind & Liefde" via deze link.

Bestel het boek "Maria" via deze link
Bestel de roman "De onvergetelijke kus" via deze link.
  • Facebook
  • Instagram
Privacyverklaring
© 2025 Marco van Zuijlen | Aangedreven door Minimalist Blog WordPress thema